Tijdens discussies trekken de beter geïnformeerde anabolengebruikers het argument met enige regelmaat uit de kast: “De gevaren van anabolengebruik zijn nooit echt aangetoond”, zeggen ze. “Dus waarom zo moeilijk doen over anabolen? Kunnen jullie je energie niet beter besteden aan roken en ongezond eten? Want daarvan weten we dus zeker dat het slecht voor je is.”
Tsja. Het is waar, natuurlijk. Dat roken de kans op kanker fors verhoogt, is aangetoond in duizenden onderzoeken. Net zoals we weten dat ongezonde voeding de kans op hart- en vaatziekten en diabetes type-2 laat toenemen. Over de schadelijke effecten van roken is nu zoveel cijfermateriaal beschikbaar dat onderzoekers zelfs kunnen uitrekenen met hoeveel minuten je levensverwachting afneemt door het roken van welgeteld één sigaret. Zulke statistische berekeningen zijn niet mogelijk als het om anabolen gaat.
De gegevens ontbreken en het is niet waarschijnlijk dat die gegevens er op korte termijn gaan komen. Onderzoek kost veel geld en de bereidheid van de overheid en onderzoeksinstellingen om onderzoek naar de effecten van anabolengebruik te financieren, is niet groot.
Daarom weten we bij lange na niet zoveel over de lange termijngevolgen van anabolen als over die van roken. Grote onderzoeken waarin honderdduizend anabolengebruikers jarenlang worden gevolgd, zijn er gewoonweg niet.
In dit artikel
Ongezond hormoon
We hebben wel tientallen kleine onderzoeken waarin anabolengebruikers vaker hartafwijkingen en dichtgeslibde bloedvaten hebben dan naturel-sporters. En onderzoeken waarin anabolengebruik de werking van de hersenen verandert, of de kans op depressies en angststoornissen verhoogt. Vrijwel al die studies wijzen in dezelfde richting: anabolen zijn niet gezond. En daarnaast hebben we nog honderden medische gevallen van bodybuilders die ziek werden door hun anabolica. En we hebben de fundamentele kennis over de biologische effecten van testosteron, het hormoon dat model heeft gestaan voor de anabole steroïden. Uit die biologische kennis blijkt zonneklaar wat voor hachelijke zaak anabolengebruik is.
Testosteron is niet gezond
Testosteron is geen gezond hormoon. Inderdaad, testosteron laat spierweefsel groeien en stimuleert de aanmaak van rode bloedcellen. Dankzij testosteron zijn mannen gespierder en fysiek sterker dan vrouwen, en hebben ze vaak ook een groter uithoudingsvermogen. Dat waren nuttige eigenschappen in voorbije en gevaarlijke tijden, waarin het overleven van families en stammen afhing van het succes van mannen in de jacht en in oorlogen. Die barre tijden zijn nu voorbij, dankzij de zegeningen van de technologische vooruitgang. Maar nog steeds maken mannen meer testosteron aan dan vrouwen.
Mannen betalen een prijs voor hun spierkracht en hun uithoudingsvermogen. Testosteron remt het immuunsysteem en maakt mannen kwetsbaarder voor virussen en bacteriën, en vatbaarder voor allerlei ziekten. Voor kanker, bijvoorbeeld. Bijna alle mannen krijgen, als ze maar oud genoeg worden, prostaatkanker. Dankzij hun testosteron ruimen hun immuuncellen de kankercellen in hun prostaat meestal niet goed op. Sterker nog, voor die prostaatkankercellen fungeert testosteron vaak als een soort kunstmest. Bij mannen die van nature veel testosteron aanmaken is de kans dat prostaatkanker al op betrekkelijk jonge leeftijd zijn lelijke kop opsteekt groter dan bij mannen met een gemiddelde concentratie testosteron, schrijven Amerikaanse onderzoekers in de ‘Journal of Urology’.
Veroudering in de versnelling
Bovendien blijkt uit steeds meer onderzoeken dat testosteron een verouderingshormoon is. De processen die zich afspelen in een cel die veroudert, of in een kankercel die ten koste van alles maar blijft groeien, lijken akelig veel op de groeiprocessen in spiercellen. Als je jezelf een beetje gaat verdiepen in wat er op moleculair niveau gebeurt in groeiend spierweefsel, dan ontdek je al snel moleculen met namen als mTOR, Akt, s6K en Erk. Als die moleculen actief worden, gaan spieren groeien. Anabole hormonen, zoals testosteron en IGF-1, prikkelen die moleculen. Maar diezelfde moleculen kom je ook tegen in het oncologische onderzoek en anti-verouderingsonderzoek, waar wetenschappers koortsachtig zoeken naar manieren om die moleculen af te remmen.
Toen Moeder Natuur (of, als je dat liever wilt: de evolutie) bij wijze van spreken besloot dat mannen meer testosteron moesten gaan aanmaken, maakte het dus een afweging. Mannen werden kwetsbaarder, werden vaker ziek en leefden korter. Maar in de periode dat ze leefden, waren ze wel beter in staat om voor hun clan, stam of familie te zorgen.
Die uitruil is niet typisch voor mensen. Biologen zien hem bijna overal in de natuur waar soorten bestaan uit mannelijke en vrouwelijke individuen. En hoe gevaarlijker en vijandiger de omgeving voor een diersoort is, hoe meer testosteron de mannelijke exemplaren aanmaken (en hoe korter het leven van de mannelijke exemplaren). Mannen leven nog steeds korter dan vrouwen. Het verschil in levensduur lijkt ook niet kleiner te worden, ondanks alle medische vooruitgang.
Mannen zijn een wegwerpgeslacht
Het is misschien niet aardig om te zeggen en ook niet politiek correct, maar voor de natuur en de evolutie zijn mannen een wegwerpgeslacht. In de goede oude steentijd kregen vrouwen kinderen en zorgden vrouwen jarenlang voor kinderen, totdat die oud genoeg waren om zelf een mammoet neer te knuppelen. De taak van mannen was om ervoor te zorgen dat vrouwen zwanger werden en er vervolgens voor te zorgen dat zij en hun kinderen bleven leven. Koste wat kost, desnoods tot de dood erop volgde. Anabole hormonen, testosteron voorop, speelden daarbij een sleutelrol.
Gelukkig leven we nu in betere tijden. Honger, oorlog en dood liggen niet meer continu op de loer, en zowel mannen als vrouwen kunnen rekenen op een langer en hopelijk ook boeiender leven dan duizenden jaar geleden. Onze hersenen en onze technologie hebben ons met innovaties als landbouw, kunstmest, antibiotica, centrale verwarming, anticonceptiepillen, gevulde koeken en eiwitshakes (we noemen maar wat) bevrijd van de genadeloze natuur. Vrouwen kunnen nu meer met hun leven doen dan kinderen baren en opvoeden, en mannen hoeven zich niet meer dood te vechten.
Maar diezelfde hersenen en technologie gaven ons ons ook de anabole steroïden, waarmee farmacologische bodybuilders de concentratie anabole hormonen in hun lichaam verhogen tot ver boven het niveau waarop het lichaam is berekend. Als je nou weet dat er zelfs een prijskaartje hangt aan de hoeveelheid testosteron die van nature circuleert in een mannenlichaam, denk je dan heus dat forse hoeveelheden anabole steroïden geen kwaad kunnen?
Laat een antwoord achter